“Brusjes”

 

“Tja, ik wilde u graag eerst even alleen spreken. Ik zit bijna mijn hele leven al met iets wat ik nog nooit aan iemand heb verteld.” Zijn handen en stem trillen een beetje terwijl hij me vluchtig aankijkt. “Nu mijn broertje dood is, wil ik het eindelijk aan iemand vertellen.”

Bij alle bewoners die overlijden proberen we na 3 à 4 maanden nog een afsluitend gesprek te hebben met de familie en medewerkers van de woning. Om dingen af te sluiten, vragen van familie te kunnen beantwoorden en om zelf te checken of we het goed hebben gedaan. Meneer de Wit wilde eerst even alleen met mij praten, zonder personeel van de woning erbij. Zijn broer Klaas was een aantal maanden daarvoor op 71-jarige leeftijd overleden.

“Toen ik 8 was, was mijn broertje 3, ik weet niet meer zo heel veel van die tijd. Ik weet nog wel dat ik veel zelf moest doen omdat mijn moeder continu bezig was met Klaas.” Hij zucht en laat even een stilte vallen. “Op een dag kom ik uit school en vind mijn moeder liggend op de bank met een slapende Klaas op haar buik. Alle deuren en gordijnen waren dicht en het gas van het fornuis stond aan zonder vlam. Ik heb het gas uitgedaan, de gordijnen open gedaan en ramen en deuren open gezet…”

“Wat was de uitleg van uw moeder?”, vraag ik na een tijdje.

Meneer de Wit kijkt me aan. “Eigenlijk hebben we het er nooit meer over gehad. Ook niet met mijn vader die later op die middag thuiskwam. Dit is de eerste keer sinds ik 8 was dat ik het aan iemand vertel.”

Als onze bewoners oud worden nemen de broers en zussen de verantwoordelijkheid bijna altijd over van hun ouders. In de verhalen die ze vertellen komt de impact naar voren die de geboorte en opvoeding van een verstandelijk gehandicapt broertje of zusje op hen heeft gehad. Vaak hoor je in de verhalen een tweestrijd naar voren komen. Een tweestrijd tussen het mededogen met hun ouders en hun verstandelijk gehandicapte broertje of zusje en het ‘onrecht’ wat hen aangedaan is in de vorm van gemiste aandacht, het ‘niet kind kunnen zijn’ en het ongevraagd zijn ‘opgezadeld’ met de verantwoordelijkheid over hun broertje of zusje als hun ouders dat niet meer kunnen.

De impact van het hebben van een verstandelijk gehandicapte broer of zus is moeilijk in te schatten. Laten we ons daar bewust van zijn.

De namen zijn gefingeerd.

Nota bene:

Anjet van Dijken, zus van een blinde broer met een lichte verstandelijk gehandicap, schrijft een Brussenboek waarin zij de verhalen van broers en zussen optekent: “Brussen tussen 6 en 60 jaar”

Ben je ook een Brus en wil je je verhaal in een veilige omgeving delen? Wordt dan lid van de broers & zus-facebookgroep.  

 

 

Eerder gepubliceerd op mednet 21 september 2012


 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *