“Haar hersenen gaan achteruit”

Woede

We zitten in de huiskamer van Mika’s woning. De warmte buiten maakt het binnen ook benauwd en kleffig.

Mika, 32 jaar, zit rechts naast me en haar ouders zitten daar weer naast, aan de lange tafel. Aan de overkant zit de persoonlijk begeleidster en schuin tegenover mij de gedragsdeskundige. Mika zit verwachtingsvol te kijken wat er gaat gebeuren. Ik heb haar net uitgelegd dat we het gaan hebben over de medicijnen die ze gebruikt. Medicijnen die Mika krijgt, zo vertelde ze zelf, vanwege haar ‘woede’.

Mika heeft een hersenaandoening waarbij haar hersenhelften minder goed met elkaar verbonden zijn: Corpus Callosum Agenesie. Dat is er waarschijnlijk ook de oorzaak van dat als Mika té snel té veel informatie binnenkrijgt, ze heel boos kan worden en gaat schreeuwen en slaan. Dat gebeurt vooral als ze dingen moet doen waarop ze zich niet heeft kunnen voorbereiden. Haar ouders zijn een paar keer zo geschrokken van Mika’s woedeaanvallen, dat Mika inmiddels ook niet meer naar huis gaat in het weekend.

Gelukkig heeft de begeleiding Mika goed voorbereid op mijn bezoek vandaag, want ze lijkt zich op haar gemak te voelen.

Antipsychoticum

Afgelopen jaar had Mika tweemaal een woedeaanval; een keer tijdens de jaarwisseling en een keer op haar eigen verjaardag. Vroeger had ze veel vaker woede-uitbarstingen, maar sinds ze twee jaar geleden begon met elke dag een antipsychoticum, komen die gelukkig een stuk minder voor. En als er iets spannends staat te gebeuren, mag ze een klein beetje oxazepam gebruiken.

De oxazepam werkt goed en zorgt ervoor dat Mika zich wat meer ontspannen voelt.

Achteruit
Een huisarts had onlangs gezegd dat de hersenen van Mika waarschijnlijk achteruitgaan en dat ze daarom misschien soms dingen vergeet en wat meer gespannen is.

“Nou, dan moeten we maar eens kijken hoe het gaat met wat minder antipsychotica, lijkt mij. Waarschijnlijk werkt een angstdemper ook veel beter,” zeg ik. Iedereen aan tafel, behalve Mika, kijkt mij direct met grote ogen aan. Ik voel de onrust. Ondanks de hitte en de benauwdheid is iedereen meteen hyperalert. Mika’s vader kijkt mij ongelovig aan en zegt: “Maar wij denken dat ze juist méér antipsychotica nodig heeft. Om de spanning te verminderen en om te voorkomen dat ze weer zo’n woedeaanval krijgt!”. Mika zelf werpt intussen verbaasde blikken om zich heen. Er gebeurt iets spannends, maar ze heeft niet precies door wat.

Kwartje
Bij mij valt het kwartje ook pas na een poosje. Mijn idee was dat de ‘achteruitgang van de hersenen’ wel eens juist door die antipsychotica veroorzaakt zou kunnen zijn. En dat het daarom goed zou zijn om te zien hoe het gaat als we die dosis verlagen en combineren met specifieke veranderingen in communicatie- en begeleiding. Die werken namelijk vaak goed bij mensen met een Corpus Callosum Agenesie.

Ik leg dit uit en zeg dat ik ook verwacht dat een angstdemper, als het echt nodig is, ook beter zal werken dan een antipsychoticum. Want als Mika iets niet begrijpt en het gaat te snel, wordt ze waarschijnlijk eerst angstig en daarna pas woedend. Om die reden helpt het vaak veel beter om een angstdemper te gebruiken die specifiek angst dempt, dan een antipsychoticum dat álles dempt, alsof je een deken over iemand heen gooit. Ik vertel dat je op die manier iets aan de oorzaak doet (het snel angstig worden) in plaats van aan het symptoom daarvan (de woedeaanval).

Duim
Mijn tafelgenoten begrijpen nu wat ik bedoel, al het kost het hen zichtbaar moeite om hun oude idee los te laten. Mika zit me ondertussen nog steeds onderzoekend aan te kijken. Ik steek een duim op en zeg “Het komt vast goed!”. Het duurt even, maar dan zie ik een grote grijns op haar gezicht tevoorschijn komen.

Deze blog is ook verschenen op Sien.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *