“Altijd Die Handige Diagnose”

 

Boris is 17 jaar en licht verstandelijk gehandicapt. Hij zit op school en werkt als stagiair in de groenvoorziening. Zijn baas bij de groenvoorziening is tevreden over hem. Boris woont in Het Leerhuis.

Het Leerhuis is een woning op het terrein voor jong-volwassenen met een lichte tot matige verstandelijke handicap. In 2 à 3 jaar worden ze klaargestoomd om daarna zo zelfstandig mogelijk te wonen. Boris woont nu een maand of zes in het leerhuis. Ik zie hem weinig. Hij is gezond en alleen in de afgelopen periode een keer bij onze huisarts geweest met een verstuikte enkel.

Het briefje dat voor me ligt, is van de school. De pedagoog van zijn school denkt dat hij ADHD heeft en wil graag dat ik dat bevestig en bij voorkeur meteen medicatie voorschrijf. Boris is volgens haar snel afleidbaar, impulsief en moeilijk in de klas.

Al wat sceptisch loop ik mijn spreekkamer uit om Boris te halen. Altijd makkelijk om het label ADHD aan een licht verstandelijk gehandicapte jongen te geven die zich niet netjes conformeert aan de schoolse regeltjes…

Boris is een lange slungel. Hij hangt onderuitgezakt en verveeld op de bank. Links naast hem herken ik zijn begeleider van Het Leerhuis. Rechts zit, als ik het goed zie, zijn moeder. Ik heb haar bij de intake wel gezien maar dat is een half jaar geleden.

In de deuropening blijf ik even staan en kijk naar het tafereel rechts van me. Boris blijft stoïcijns onderuitgezakt zitten zonder dat hij me opmerkt, terwijl de twee dames naast hem mij al hebben gezien in hun linker ooghoek. Na een moment zeg ik ‘Dat ziet er niet uit als een ADHD’er maar meer als een slome eigenwijze puber’.

Ik wacht af, ietwat gespannen, hoe zijn moeder reageert. Gespannen omdat ik soms wat impulsief ben met mijn opmerkingen. Zou moeder meteen in de verdediging schieten? Een labeltje ADHD is namelijk best handig tegenover de buitenwereld om het gedrag van je zoon te vergoelijken.

Gelukkig begint ze te lachen: ‘Zie je nou wel!’

In de spreekkamer praten we verder. Boris is een charmante jongen. Door zijn brede glimlach komt hij vaak weg met dingen die hij in zijn enthousiasme en onnadenkendheid doet. Maar soms brengt het hem wél in de problemen. De laatste tijd vooral met zijn huisgenoten die zijn streken niet zomaar accepteren. Ik verwijs hem naar de pedagoog van Het Leerhuis. Ik hoop dat ze hem kan leren eerst even na te denken, voordat hij iets sufs doet. ‘Je bent per slot van rekening een volwassen man aan het worden Boris. Je wordt te oud voor kinderachtige onnadenkende streken toch?’ Boris kijkt me glimlachend aan en knikt. Hij weet het dondersgoed.

 

 

De naam van de patiënt is gefingeerd 

Eerder gepubliceerd op mednet 9 mei 2012


 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *