Zorgzucht
zorgzucht (de, v)
1. De neiging van hulpverleners om meer zorg te verlenen dan nodig of gewenst, vaak gedreven door een persoonlijke behoefte aan betekenis of bevestiging, in plaats van de werkelijke behoeften van de patiënt of cliënt centraal te stellen.
“Uit zorgzucht drong hij erop aan dat de cliënt een vitaminepil innam terwijl hier geen enkel medische noodzaak voor bestond en de cliënt deze pillen ook moeilijk door kon slikken.”
2. Een overmatige focus op zorgverlening waarbij de autonomie van de zorgontvanger onbedoeld wordt beperkt.
“Door haar zorgzucht nam de begeleider ongevraagd taken over, waardoor de cliënt minder zelfstandig werd.”