‘Behoed mij…’

 

“Er moet nu echt iets gebeuren, dit kan zo echt niet langer”. De groepsleidster komt mijn spreekkamer binnenstuiven, terwijl ze dat zegt.

Ik kijk op van de computer. Haar gezicht slaat een beetje rood uit en de aderen in haar nek kloppen vervaarlijk. “Goedemorgen, ik maak even mijn verhaal in de computer af, ga even zitten”, zeg ik op mijn allervriendelijkst. Terwijl ik mijn S-O-E-P afmaak van de vorige patiënt, kraakt mijn hoofd om de naam van deze groepsleidster naar boven te krijgen. Ik heb haar een tijd niet gezien. Ondertussen spiek ik in de agenda over wie ze het zou kunnen hebben.

Als ik klaar ben met de computer schuif ik het toetsenbord opzij en zeg: “Wat kan zo echt niet langer, Greetje?.” Ze gaat vooroverzitten en kijkt me doordringend aan. “Het wordt alleen maar erger, Michiel. Ze wil nu echt bijna niets meer eten. Het drinken gaat nog wel maar dit kunnen we zo toch niet accepteren? Jij hebt al gekeken, ze is besproken met de neuroloog, maar ik denk toch echt dat we nu naar het ziekenhuis moeten voor een scan.”

De groepsleider heeft het over Trudie, een 51-jarige bewoner met het syndroom van Down. Sinds haar 40ste is ze al achteruit gegaan maar de laatste 2 jaar is dit proces nog sneller gegaan. Ernstige dementie. Dat heeft de gedragsdeskundige al vastgesteld. Daarbij heeft ze in de afgelopen maanden ook toenemend last van epilepsie gekregen. Dementie en epilepsie bij mensen met het syndroom van Down is een veelvoorkomende e combinatie op relatief jonge leeftijd. De familie heb ik al gesproken, ze zijn zich volledig bewust van de achteruitgang van hun dochter en zus en hebben hier, voor zover mogelijk, vrede mee. Met een rustige uitleg en een luisterend oor wordt de situatie voor Greetje duidelijk en ook acceptabel.

Ik denk ondertussen aan Guus. Guus was mijn opleider tijdens mijn huisartsstage in het tweede jaar van de AVG-opleiding. Hij wees me op de poëzietekst op een vuilniswagen: “Behoed mij, heer, voor diegenen die het goed met me voorhebben.” Een tekst van de Roemeense dissident en dichter Mircea Dinescu. Als er een bezorgde en niets dan goedwillende groepsleider voor me zit die het opneemt voor zijn of haar bewoner en eist dat er nu echt iets moet gebeuren, denk ik vaak aan Guus en de tekst op de vuilniswagen.

Een goede communicatie met, en een luisterend oor voor groepsleiders is belangrijk in de zorg voor onze bewoners. Vooral in het belang van onze bewoners zelf, ik heb het per slot van rekening ook goed met ze voor….

 

De naam van de patiënt en medewerkster zijn gefingeerd, die van Guus niet.

Eerder gepubliceerd op Mednet 17 april 2012 


 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *