Indicaties

Als ik op weg ben naar de supermarkt staat hij daar opeens.
Uit de grote shopper die naast hem op de grond staat, zie ik een slaapzak steken. Ik stop bij hem en vraag hoe het met hem gaat. Praten met hem is moeilijk omdat hij niet echt luistert en eerst steeds “wat?” zegt als je iets aan hem vraagt.
Ik informeer waar hij vannacht geslapen heeft. Nadat ik de vraag twee keer gesteld heb, begint hij een verhaal dat hij over twee weken miljonair is en dat alles goed komt.
Hij kijkt me wantrouwend aan terwijl hij dit vertelt en ik krijg uiteindelijk geen antwoord op mijn vraag. Daarna probeer ik hem, tegen beter weten in, te vragen of we nog wat kunnen doen voor hem.

Net voor de Kerst kreeg ik van een hulpverleenster een telefoontje over hem. Ze vertelde dat hij tot een paar maanden geleden in een instelling voor verstandelijk gehandicapten in het oosten van het land woonde. Hij was daar alleen niet tevreden en wilde weer bij zijn moeder wonen. En zo trok hij op een goede dag weer richting Rotterdam. Zijn moeder wist van niets maar ving hem uiteraard wel op.
Tot het niet meer ging en hij van bank naar bank verhuisde. Banken van een broer en een vriend tot die het ook te zwaar vonden worden en hij dus op straat belandde.
Hij heeft nog een WLZ-indicatie voor langdurige zorg maar hoe we dat ook aan hem proberen duidelijk te maken hij gelooft ons niet meer en wil eigenlijk niets meer van ons aannemen.
Dat komt zo: op een gegeven moment had hij zelf ook wel door dat bankslapen geen oplossing was en wilde hij toch weer terug naar een instelling. Een instelling in de buurt van Rotterdam. Zo gezegd zo gedaan en hij ging zelf, heel coherent, naar Stichting MEE. Die probeerde een plek voor hem te regelen maar gezien de lange wachtlijsten en zijn specifieke problematiek ging dat natuurlijk niet heel vlotjes. Wachtlijsten kunnen oplopen tot vier jaar!
Uiteindelijk belde hij de woningbouwvereniging om maar zelf wat te regelen. Aan de telefoon vertelde hij dat hij een woning wilde huren en dat hij een indicatie heeft. De, ongetwijfeld vriendelijke, medewerkster van de woningbouwvereniging zocht zijn (woon-)indicatie op in de computer maar vond die uiteraard niet en vertelde hem dit ook: “U heeft geen indicatie meneer, sorry, u moet gewoon op de wachtlijst en die is zeker vijf jaar.”

Vanaf dat moment gelooft hij ons niet meer en liegen wij volgens hem dat hij een indicatie heeft. Hoe ik ook probeer om hem het verschil tussen een WLZ-indicatie en een woonindicatie duidelijk te maken, hij luistert niet en is vol wantrouwen.
Als ik hem aanbied om wat eten voor hem te kopen wil hij dat niet. Uiteindelijk schud ik zijn hand ter afscheid en terwijl ik mijn handschoen weer aandoe en mijn sjaal rechttrek tegen de kou loop ik met een naar gevoel verder richting supermarkt.


 

Een antwoord op “Indicaties”

  1. over indicaties
    mooi stuk;helaas is de problematiek herkenbaar
    soms zijn we geen zorgende samenleving voor kwetsbaren maar een indicatie samenleving

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *